Verlenging van de termijn voor online handelaren uit het derde land

chinesische Laterne

Entré

Niet al te lang geleden besloot de Duitse wetgever dat marktplaatsen in de toekomst aansprakelijk gesteld kunnen worden als handelaren hun BTW niet correct aan de Duitse fiscus afdragen. Op deze manier wil de regering de voortdurende BTW-fraude door buiten de EU gevestigde bedrijven tegengaan.

Maar om geen bureaucratisch monster voor de marktplaatsen te creëren, is er een vrijstelling. Hierin staat dat de marktplaats niet aansprakelijk kan worden gesteld als hij kan bewijzen dat de online handelaar zich voor belastingdoeleinden heeft laten registreren en aan zijn rapportageverplichtingen heeft voldaan.

Het zogenaamde UST 1TJ formulier werd voor dit doel gemaakt. Met dit formulier wordt het certificaat UST 1TI op verzoek van de online handelaar door het verantwoordelijke belastingkantoor afgegeven. Dit certificaat wordt dan aan de marktplaats gegeven en dient als bewijs dat de online handelaar een trouwe belastingbetaler is.

Waarom het niet kon werken

Wel, over het geheel genomen was het geen slecht idee, in ieder geval een stap in de goede richting. Toch kan men kritiek hebben op de uitvoering.

Dit is niet in de laatste plaats te wijten aan het feit dat er zulke korte termijnen zijn gesteld. Besloten werd dat de online handelaren in twee groepen zouden worden verdeeld en dat hun certificaten tegen de volgende data bij de marktplaatsen zouden moeten worden ingeleverd:

  • Online winkeliers uit Duitsland en de EU: 30.09.2019
  • Online handelaren uit derde landen: 28.02.2019

En juist dat laatste, dat vanaf het begin voor alle betrokkenen duidelijk was, was pure wensdroom. Pas op 17 december 2018 publiceerde het federale ministerie van Financiën de voorbeeldformulieren voor de aanvraag en het certificaat voor online handelaren. Het feit dat de aanvragen voor alle handelaars uit derde landen, in het bijzonder uit China, nu binnen twee en een halve maand zouden worden ingediend, verwerkt en verzonden, kon theoretisch niet werken.

De gevolgen

Oorspronkelijk werd gesproken over een elektronische oplossing voor de uitwisseling van gegevens tussen de belastingautoriteiten en de marktplaats. Een oplossing die zeker gemakkelijk, snel en praktisch door de marktplaatsen had kunnen worden opgelost. Ze hebben veel ervaring met interfaces. Aan de andere kant is er echter een papieren tijger die naar buiten toe opzettelijk elke vorm van digitalisering lijkt te vermijden. Hetzij door oplossingen eenvoudigweg niet elektronisch uit te voeren, hetzij door ze zo ingewikkeld te maken dat ze onpraktisch en nodeloos ingewikkeld zijn.

Het was dus te voorzien dat een digitale oplossing in 2,5 maand onrealistisch is. Het duurt waarschijnlijk al langer om de aanbestedingsdocumenten voor te bereiden. Wat ervaren ontwikkelaars slechts een paar weken gekost zou hebben, wordt hopelijk geen tweede BER.

Om de certificaten te kunnen verstrekken wordt echter het goede oude papier gebruikt. Maar ook hier is het duidelijk dat de termijnen te krap waren vastgesteld. Niet voor de online handelaren die ijverig hun aanvragen hebben ingevuld, maar wel voor de belastingdienst zelf.

Daarom hebben ze nu moeten toegeven en is de termijn voor online winkeliers uit derde landen verlengd van 28.02.2019 tot 15.04.2019. De bijbehorende brief leest wat vreemd en doet het voorkomen alsof ze hun eigen falen niet willen toegeven. Zo staat er bijvoorbeeld:

Tegen 15 april 2019 zal het niet meer klaagtindien de exploitant van een elektronische marktplaats in plaats van het certificaat van inschrijving als belastingplichtige (ondernemer) overeenkomstig artikel 22f, lid 1, tweede zin, UStG voor de in artikel 22f, lid 1, vierde zin, UStG genoemde ondernemers, het verzoek om afgifte van het bovengenoemde certificaat (in elektronische vorm of als afdruk) uiterlijk op 28 februari 2019 bij het bevoegde belastingkantoor heeft ingediend.

Tenslotte hebben we in sommige media zelfs kunnen lezen dat de BTW ID van een binnenlandse online handelaar gekaapt en gebruikt is door online handelaren uit het derde land. Bovendien is in één geval al bekend geworden dat Amazon zelf vasthoudt aan de deadline van 01.03.2019.

Conclusie

Het idee was goed, de uitvoering miserabel. Wie dacht dat dit tegen 28 februari 2019 zou lukken, gooide waarschijnlijk dartpijlen naar de kalender. Met een redelijk realistische blik wordt onmiddellijk duidelijk dat de belastingdienst niet in staat is om binnen twee en een halve maand over de hele linie een certificaat te produceren. Een mooi voorbeeld van besluitvormers die geen voeling meer hebben met de werkelijkheid, verouderde technologie in de administratie en bureaucratie die zichzelf in de weg zit.

Wie de brief over de verlenging van de termijn nog in zijn geheel wil lezen kan dat hier doen: 2019-02-21-aansprakelijkheid-voor-omzetbelasting-wanneer-handel-met-goederen-op-het-internet

Reacties zijn gesloten.
nl_BE